Verhit de Bastard tot 130 °C. Leg de bloemkool in zijn geheel, met blad, stronk en al, erin. Laat de onderste schuif minimaal open en de bovenste schuif idem dito. Laat de bloemkool in ongeveer 4 uur al dente garen en verkleuren. Roer het vijfkruidenpoeder door 3 eetlepels olijfolie als marinade voor de sukade. Breng op smaak met zout en peper. Laat het vlees hierin 1 dag marineren.
Verhit de The Bastard, naar een temperatuur van 200 ÅãC direct. Leg de gemarineerde sukade erop en als het vlees een kerntemperatuur van 50 °C heeft bereikt, is het gaar en klaar. Wikkel het vlees in aluminiumfolie en leg na afkoeling tijdelijk in de koelkast.
Snijd de bloemkool tot kleine gelijkmatige roosjes en doe ze in een grote kom. Meng ze met de vincotto, olijfolie, rozijnen, olijfjes en klein gescheurde radicchio. Breng op smaak met zout, peper en de citroenrasp en laat de smaken lekker intrekken.
Snijd met een scherp vleesmes de koude sukade in hele dunne plakjes en sla ze 1 voor 1 met een hakbijltje en slagersfolie ertussen tot nog dunnere plakken. Verdeel de plakjes over 8 borden en bestrooi de porties desgewenst met zout en peper.
Dresseer de salade over het vlees en garneer het gerecht met de tahoon cress, shiso leaves, pijnboompitjes, kappers, uitgelekte zilveruitjes en als laatste geschaafde truffel en geschaafde oude kaas.
* Over ‘gesplitste’ sukade. Door sukade loopt een taaie zeen. Bij gesplitste sukade is deze zeen eruit gesneden. Aangezien dit een redelijk technisch klusje is zou je aan de slager kunnen vragen dit voor je te doen.